21 ste jaargang deel 3-4

2002

 

Vlaamse volksnamen van planten – deel 11

 

“Bikkebezen eten en de muilpijn is dra vergeten”

 

 

 Harry Van Driessen en Hilde Meersschaert (tekeningen)

 

 

 

D

eze aflevering behandelt diverse families met als bekendste vertegenwoordigers struikheide, dopheide, bosbes, sleutelbloem, zwarte bes, aalbes en kruisbes.

 

Gedurende de eerste wereldoorlog was struikheide in Vlaanderen gekend als theekruid. Toch was het vooral in Duitsland dat gedroogde hei - bij gebrek aan echte thee - als theesurrogaat werd gebruikt. Deze drank bleek vrij lekker van smaak en was tevens bij niet overmatig gebruik bloedzuiverend en jichtwerend. Lange tijd werd bezemkruid of  bessemhei algemeen gebruikt voor het vervaardigen van bezems. Als je bij extreme droogte op uitgedroogde  krakke trapt, hoor je de taaie takjes kraken.

 

Hommels hebben een voorkeur voor gewone dopheide: hommelheide. De bloemetjes hangen als klokjes aan de plant zodat ze gemakkelijk kunnen heen en weer bewegen of “bommelen”: bommelheide, heide met klokjes.

Uit deze boenderheide werden kleine bezems of “boenders” gemaakt. Ook voor het vervaardigen van “krabbers” - dit zijn kleine handbezems die vooral werden gebruikt voor het schrobben van ketels - werd gebruik gemaakt van de krabberhei.

 

Veenbessen vind je vooral in moerassige plaatsen of “gooren” en in veengebieden of “kwachten”: goorbes, goorbezeke(n)s en kwachtbeziën.

 

Blauwe bosbessen kraken of “klakken” tussen de tanden: klakkebezen, klokkebeien, kloekebase, krakebezen, …

Op het platteland was het goed geweten dat men tegen tandvleesontsteking af en toe bikkebeeren of bikbezen moest eten of “bikken”. Een oude volksspreuk zegt: “Bikkebezen eten en de muilpijn is dra vergeten”.



De gele bloemblaadjes van sleutelbloemen werden lange tijd gebruikt voor het schilderen van eieren in de Paastijd: eiblommeken, aärbloemeken. Het blad van het besenoor of  arikeltje gelijkt op een oor. Jonge blaadjes werden soms in koeken gebakken: bakbloem. De naam “sleutelbloem” heeft verschillende verklaringen. Sommigen zien een gelijkenis tussen de basis van de bloemkroon met een horlogiesleutel. Volgens anderen kondigt de bloei van de sleutelbloem de lente aan: ze zijn de “sleutels” van de lente ! Een oude verklaring verhaalt dat sleutelbloemen ontstaan zijn uit sleutels die Sinte-Pieter ooit op de aarde liet vallen.  Sleutelbloemen bloeien in elk geval zeer vroeg op het jaar, dus ietwat buiten de gewone bloeiperiode: (kleine) tijloos, tijdlooze.

 

Ook penningkruid hoort tot de familie van de sleutelbloemen. Eenenderm groeit vooral daar waar eenden leven. De kleine blaadjes zijn zo rond als muntstukken: halve-frankenkruid. Dit kanteerkruid werd als genezend kruid gebruikt tegen “kanteers”, een zware verkoudheid met slijmvliesontsteking. Tevens werd het ingezet tegen zwellingen: ontzwelkruid.

 

Zwarte bessen of zwarte bezekes worden graag gegeten door hennen (hinnebezen) en zijn in zowat elke abdijtuin terug te vinden (zwarte paters). Evenals bosbessen en aalbessen worden ze vaak op jenever gezet: dzeneuvers, jeve(u)verbessen.

 

De kruisbes kennen we best als stikkelbezen of stekelbezen. Kinderen boorden in de bessen een klein gaatje waarlangs deze werden leeggezogen. Daarna werden de bessen met een opvallende klap tussen de handen dichtgeslagen: klapbessen.

 



Overzicht

 

Vermelde families en soorten:

 

Ericaceae (Heidefamilie):

Struikheide (Calluna vulgaris)

Gewone dopheide (Erica tetralix)

Veenbes (Vaccinium oxycoccus)

Blauwe bosbes (Vaccinium myrtillus)

 

Primulaceae (Sleutelbloemfamilie):

Sleutelbloem (Primula spec.)

Penningkruid (Lysimachia nummularia)

 

Grossulariacea (Grossulariafamilie):

Zwarte bes (Ribes nigrum)

Kruisbes (Ribes uva-crispa).

 

 

Vlaamse volksnamen (onderlijnd: o.a in Waasland en directe omgeving)

 

- Struikheide: theekruid, bezemkruid, bessemhei, pottebezemhout, krakke, (h)aa(i), haaiblom, heed, heiblom(men), heikruid, potheed, veld, vodde.

- Gewone dopheide: hommelheide, hommelehei, bommelheide, boenderheide, krabberhei, heibloemke, heed, heide met klokskes, temheed.

- Veenbes: goorbes, goorbezeke(n)s, kwachtbeziën.

- Blauwe bosbes: klakkebezen, klokkebeie(n)(r), kloekebase, krakebezen, kozijnnenkruid, kozijnt(j)es, bos(ch)bezeke(n)s.

- Sleutelbloem: eiblommen, aärbloemeken, geel eierkens, besenoor, arikeltje, bakbloem, bakkruid, (kleine) tijloos, tijdlooze, berenoor, kerksleutelke(n)s, korte kouskes, kottekousen, lullemoederken, Sint-Lievensbloem, sleuters,

- Penningkruid: eenenderm, halve-frankenkruid, kanteerkruid, ontzwelkruid, kruip door d’hage.

- Zwarte bes: zwarte bezeke(n)s, zwarte paters, hinnebezen, (zwarte) dzeneuvers, jene(u)verbessen, jeneverboom, plame, vlame.

- Kruisbes: stikkelbezen, stekelbezen, klapbessen, hagebezen, (hage)kroesels, kronselen.

Nog gekend in steekproef Groot-Stekene:

 

Struikheide: heikruid

Sleutelbloem: eirekruid

Zwarte bes: zwarte bezen, oliebezen

Kruisbes: stikkelbezen, stekelbezen

 

 

Belangrijkste andere volksnamen in
Nederland:

 

Struikheide: bruine klaver

Gewone dopheide: honinghei, zevenklappers

Veenbes: waterkrakebezen

Blauwe bosbes: keutelbezen, palmbessen

Sleutelbloem: aprilbloempje, Paasroosje, vrouwenoogjes

Penningkruid: adderkruid, egelkruid, muntkruid

Zwarte bes: schoenlappers

Kruisbes: appeldoorns, kroesbessen, steekappel, wijnbessen, tonnebeezen

 

 

Belangrijkste Middelnederlandse namen:

 

Stuikheide: haide, hee(d)(t)

Veenbes: veenbesien

Blauwe bosbes: kraeckebeyse, crakebesien

Sleutelbloem: St. Peeterscruyt, hemelsluetele

Penningkruid: eghelkruyd, penninckcruyt

Zwarte bes: swarte aelbesien

Kruisbes: Kruysdoren, stekelbesie

 

 

 

 

 

 

 

 

Voor inleiding en literatuuropgave:

zie d’Euzie, jg. 18, 1999, nr. 1